Punthoofd

punthoofd

Ooit werkte ik als ambtenaar in het tijdperk van de klokkaart.

Al snel trap je dan in de valkuil dat je ijverig je (extra) puntjes gaat berekenen en daarmee extra uurtjes vrij plant. En soms wachtte je met het in- of uitklokken een paar seconden, want dan had je er weer een puntje bij.

Dat is natuurlijk nogal sneu en ook vermoeiend gedrag en staat helaas ook zo ver af van hetgeen je werkplezier zou moeten brengen….

Veel is er nog niet veranderd…

Als ondernemer moet ik ook regelmatig mijn uren aan mijn opdrachtgevers en cliënten verantwoorden en zet ik dus de klok aan in een tijdsregistratiesysteem. Dat systeem is inmiddels wel een app, maar de principes zijn nog steeds hetzelfde: “Zeg Liesbeth, werk jij voor ons wel voldoende uren?”

Want men betaalt voor je uren, niet voor het resultaat. Eigenlijk raar: bij de garage vraag ik ook nooit hoelang het duurde voordat men de grote beurt had voltooid of mijn winterbanden zijn verwisseld in zomerbanden. Maakt me eigenlijk niks uit, ik wil ‘gewoon’ resultaat zien.

Om dat tij te keren, werk ik steeds meer met vaste tarieven voor vaste producten, ongeacht het aantal uren. Dat geeft veel meer vrijheid voor mij en voor al die mensen die ik daarmee snel en goedkoop kan helpen met hun verjaringsvragen en andere grensconflicten.

Mij werd onlangs gevraagd om achteraf een uitgebreide toelichting te geven over het academisch gehalte van een masterclass verjaring die ik had gegeven bij een rechtsbijstandsverzekeraar, opdat de advocaat die in de masterclass zat, zijn punten kan opvoeren. Die permanente opleiding van de Nederlandse Orde van Advocaten werkt ook met punten. En ook advocaten die mijn congres bezoeken (op 17 en 18 maart 2016 is de derde editie!) hebben mij die vraag gesteld.

Nou, dat wil ik wel doen, ook al ben ik dus niet een erkende onderwijsinstelling voor de Nederlandse Orde van Advocaten (want dat is me toch een gedoe…).

Ik blader zo wat door die nieuwe eisen, sedert 1 januari 2015. Nou, nou, dat is niet mis hoor. Als ik advocaat was én mijn boek mocht opvoeren voor punten, had ik in één klap maar liefst 146 punten vergaard!

Les géven wordt dubbel gewaardeerd in vergelijking met les vólgen.

Dat vind ik wel opmerkelijk: volgens mij ben je al snel 4 tot 6 keer zoveel tijd kwijt aan het voorbereiden en geven van lessen (wil je het goed doen), dan aan het volgen daarvan. En als je les geeft, beheers je de stof ook vele malen beter dan iemand die stilletjes in een hoekje zit te luisteren, is mijn ervaring. Maar goed, dat terzijde.

Tel ik dus ook nog het aantal punten mee voor het geven van onderwijs, dan zit ik meteen dik boven de 200 punten! Elke dag dat ik les geef scoor ik namelijk al snel 10 tot 15 punten. Eigenlijk zou ik ook meer werk moeten maken van mijn schriftelijke lesmateriaal: als ik die in een tijdschrift laat plaatsen, sleep je nóg meer punten in de wacht!

Met al die punten zou ik als advocaat decennia vooruit kunnen…

Opmerkelijk vind ik ook dat het niet alleen om het niveau gaat, maar ook en vooral om het aantal uren dat je met die punten bezig bent. En dan lees ik kinderachtig gedoe over handtekeningen zetten bij binnenkomst, tijdens de pauze en bij het weggaan. Want stel je voor dat de advocaat stiekem halverwege wegsluipt of op de wc e-mail gaat afhandelen…

Één briljante ingeving op de fiets, aan je bureau of onder de douche is dus niet interessant voor de puntenvergaring, zitvlees & aanwezigheid wel.

De advocatuur is nog helemaal geprogrammeerd volgens het “uurtje-factuurtje” systeem, lijkt het wel. Maar goed, de ingediende punten voor het Nederlands Congres Illegaal Grondgebruik zijn in ieder geval goedgekeurd, zo bleek uit een mailtje die ik kreeg van een advocaat. Da’s toch weer een mooi goedkeuringsstempeltje voor mijn congres, nietwaar?

Maar goed, ik ben blij dat ik niet zo vaak met punten hoef te rekenen. Dat scheelt weer een hoop administratie (en irritatie). Ga ik weer lekker verder met mijn vak. Mijn arbeidsvreugde is namelijk niet gebonden aan werktijden: je mag me er – bij wijze van spreken – ‘s-nachts voor wakker maken.

Hoe houd jij je eigenlijk vak bij? ‘Scoor’ je wel eens méér per jaar dan het minimale aantal benodigde punten?

Zit je te rekenen met je punten of verlekker je jezelf aan al die nieuwe kennis en inzichten? 

Wrijf je jezelf in de handen bij nieuwe jurisprudentie?

Of is bijscholing meer een verplicht nummer?

Vind je dit artikel de moeite waard? Deel het dan in je netwerk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *